Voordelen met vreemd vermogen gefinancierde energiecooperaties

Voordelen van met vreemd vermogen gefinancierde energiecoöperaties

Een coöperatie die zich met vreemd vermogen financiert, realiseert een aantal voordelen ten opzichte van coöperaties waarbij de leden zelf de gehele investering vanuit eigen middelen financieren. Daarvoor is eerst enige uitleg over de bedrijfseconomische hefboomwerking van vreemd vermogen nodig.

Hefboomwerking vreemd vermogen

Als vreemd vermogen minder rente kost dan de investering aan rendement oplevert, dan

verhoogt dat het procentuele rendement op het eigen vermogen. Hoe groter het aandeel vreemd vermogen in de financiering en/of hoe lager de rente op het vreemd vermogen, des te groter de hefboomwerking.

Hier onder een uitleg aan de hand van een voorbeeld.

Bedrijfseconomische hefboomwerking

Investering

Jaarlijkse opbrengst

Rendement over investering (5 / 100)

€ 100,00

€ 5,00

5%

€100,00

€ 5,00

5%

Nu wordt de investering voor € 80 resp. € 99 gefinancierd

met een lening waarover 2% rente betaald moet worden.

 

20% eigen vermogen

1% eigen vermogen

Vreemd vermogen

Rentekosten (2%)

Eigen vermogen

Opbrengst investering die aan eigenaren toevalt

Rendement over eigen vermogen (3,4 / 20)

€ 80,00

€ 1,60

€ 20,00

€ 3,40

17%

€ 99,00

€ 1,98

€ 1,00

€ 3,02

302%

Het rendement van de investering is 5%. Dat is ook het rendement op eigen vermogen als

eigenaren de investering geheel zelf financieren. Het rendement op eigen vermogen wordt bij​​ financiering met 80% vreemd vermogen opgekrikt tot een rendement van 17% over de € 20 die​​ de eigenaren zelf aan de investering bijdragen. Er is hefboomwerking zolang vreemd vermogen​​ minder rente kost dan het rendement van de totale investering oplevert. Hoe groter het verschil​​ tussen het intrinsieke rendement van de investering en de rente op het vreemd vermogen, des te​​ groter de hefboomwerking. Als het aandeel eigen vermogen afneemt tot 1% en het vreemd​​ vermogen toeneemt tot 99%, dan loopt het rendement over het eigen vermogen op tot boven de​​ 300%.

 

Het ‘Op Rozen’ concept

Een coöperatie die groene stroom wil produceren moet investeren in eigen productie-

installaties. In het ‘Op Rozen’ concept financiert de coöperatie zich voor 99% met vreemd

vermogen. Dit bestaat uit 80% bancaire senior lening en 19% achtergestelde geldlening, bij

voorkeur te funden bij de eigen leden. Daardoor kan de eigen inleg van de leden in de coöperatie​​ (eigen vermogen) klein worden gehouden en wordt het rendement daarop juist erg groot. Door​​ bovendien optimale en sub-optimale productielocaties in één coöperatie te verenigen worden de​​ resultaten van verschillende installaties uitgemiddeld over alle leden en wordt voorkomen dat​​ lokaal slechts een beperkt deel van het lokale groene stroompotentieel benut wordt.

Dit concept geeft alle inwoners in Nederland - rijk en arm, met en zonder geschikt dak - de

mogelijkheid van lokale groene stroom te profiteren. In deze animatiefilm wordt het concept in​​ combinatie met de postcoderoos in 3 minuten uitgelegd.

 

13

 

Waarom dit concept?

Dit concept beoogt bij te dragen aan draagvlak voor groene stroom door:

1. Alle mensen in staat te stellen te profiteren van maatregelen die groene stroom

stimuleren. Op dit moment is dit met name voor mensen met lage inkomens of een

ongeschikt dak onmogelijk.

2. Lokale gemeenschappen coöperatief te laten ondernemen waarbij lokaal betrokkenen

samen beslissen hoe ze groene stroomproductie realiseren en hoe ze de verdiensten van

de onderneming verdelen.

3. Groene stroom 100% van de lokale gemeenschappen zelf te laten zijn, zodat inwoners

optimaal profiteren en energiegelden niet naar (buitenlandse) ondernemingen gaanlokaal circuleren.

Het concept maakt subsidie-efficiëntie op groepsniveau mogelijk: de groep mensen met een

kleinverbruikaansluiting die belastingen betaalt kan zo maximaal samenvallen met de groep die​​ van de subsidies profiteert. En dat is goed voor het draagvlak van groen energiebeleid.

Businesscase

Bij coöperatie Opgewekt Rijssen is bij een belastingkorting van 12 cent in de huidige RVT en een​​ behoedzame geraamde 4 cent opbrengst verkoop stroom per kWh ruimte voor:

- 1,25 cent vergoeding dakeigenaar per op hun dak geproduceerd kWh

- 5% rente voor crowdfunders AGL

- 5 cent korting leden per kWh (voor leden die klant worden bij eigen energiebedrijf, 3

cent voor leden die voor ander energiebedrijf kiezen)

- ruim 1 cent marge per kWh in de exploitatie (noodzakelijk i.v.m. financiering)

Menige energiecoöperatie wil het exploitatieresultaat graag herinvesteren in andere dingen ten​​ behoeve van de energietransitie. Dat is ook vaak de wens van de leden die hierover immers​​ samen een besluit nemen als ALV. Het idee is niet om het zomaar als extra financieel voordeel uit​​ te keren aan de leden. Daarmee is de effectiviteit van subsidies aan coöperatieve ondernemingen​​ van burgers vermoedelijk groter dan die aan commerciële ondernemingen.