De coöperatie

 

De coöperatie

De coöperatie hier uitgelegd (bron Hier op gewekt)

Om een gezamenlijk zonproject te realiseren, moet je als projectorganisatie een rechtsvorm kiezen. Een coöperatie is een vorm die bij uitstek past en veel gebruikt wordt. Een coöperatie is een onderneming die wordt bestuurd en gefinancierd door de leden. Alle leden hebben via de Algemene Leden Vergadering (ALV) zeggenschap over de coöperatie. Ons land telt inmiddels meer dan 400 lokale energiecoöperaties. In bijna elke Nederlandse gemeente is wel een coöperatie actief.

Wat is een coöperatie?

De coöperatie als ondernemingsvorm staat al een tijdje flink in de belangstelling. Er zijn in Nederland ongeveer 8.000 coöperaties ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en dat aantal is groeiende. De Nederlandse coöperaties en onderlingen hebben samen meer dan 30 miljoen lidmaatschappen. De gemiddelde inwoner van Nederland is dus bij minstens één coöperatie lid. Vaak is dat een coöperatieve zorgverzekeraar, in toenemende mate ook een ander coöperatief verband zoals een energiecoöperatie. Verder zijn in steeds meer economische sectoren coöperaties van ondernemers actief, en ook in het publieke domein wordt coöperatief samengewerkt. Coöperaties zijn overal, en zijn goed voor achttien procent van ons Bruto Binnenlands Product.

Wat is het belang van coöperaties in én voor Nederland? De film Het coöperatieve landschap in Nederland geeft u een beeld!

Bron: de Nationale Coöperatieve Raad

Geen gewoon bedrijf

Een coöperatie is geen gewoon bedrijf. Het is een vereniging mét een bedrijf. De activiteiten van dat bedrijf voorzien in ‘bepaalde stoffelijke behoeften’ van de leden. Welke dat zijn, dat is vastgelegd in de statuten van de coöperatie. In het geval van een energiecoöperatie gaat het bijvoorbeeld om de opwekking van duurzame energie. In algemeen zin gaat het om bedrijfsmatige activiteiten die de leden niet, niet renderend genoeg of niet goedkoop genoeg zelf kunnen uitvoeren. Door deze activiteiten bij de coöperatie te leggen worden schaalvoordelen gerealiseerd, genieten de leden economisch voordeel of worden ontzorgd in hun eigen activiteiten en ze besparen daarmee kosten.

Anders dan bij andere ondernemingsvormen gaat het bij een coöperatie nooit om het genereren van zo veel mogelijk winst. Het gaat een coöperatie primair om het voorzien in de ‘stoffelijke belangen’ van de leden. Dát staat voorop. Altijd. De leden bepalen op democratische wijze wat de coöperatie voor ze moet doen om deze meerwaarde te realiseren. Zij sluiten ook een overeenkomst met de coöperatie over het leveren aan of kopen van producten of diensten van de coöperatie. Het coöperatieve bedrijf moet economische continuïteit hebben, en dus winstgevend zijn. Winst maken is daarmee voor coöperaties een middel, geen doel.

Geen gewoon bedrijf dus, een coöperatie.

Bron: de Nationale Coöperatieve Raad

De ICA-principes voor coöperatief ondernemen

Het coöperatieve gedachtegoed rust op drie fundamenten die je ook terugvindt in de definitie van een coöperatie volgens de Internationale Coöperatieve Alliantie, de overkoepelende internationale organisatie van de coöperatieve beweging:

1. De coöperatie stoelt op de erkenning van een gemeenschappelijke behoefte en het verlangen van mensen om via samen te ondernemen te komen tot de invulling ervan.

2. De coöperatie kent geen puur winstbejag bij haar leden, die samen eigenaar zijn van hun coöperatie.

3. Het beheer van de coöperatie gebeurt op een democratische manier.

Deze drie kerngedachtes weerspiegelen de fundamentele waarden van de coöperatieve beweging: zelfredzaamheid, verantwoordelijkheidszin, democratie, gelijkheid, billijkheid en solidariteit.

7 ICA-principes

Om deze waarden concreet te verwezenlijken, formuleerde de Internationale Coöperatieve Alliantie zeven coöperatieve principes. Wereldwijd vormen de 7 ICA-principes het richtsnoer van het handelen van coöperaties. Deze principes zijn geen theoretische concepten. Integendeel. Gegroeid uit jarenlange goede coöperatieve praktijken vormen ze het DNA van de coöperatie. Maar aangezien coöperaties levende organismen zijn die zich voortdurend aanpassen aan hun maatschappelijke context, is het logisch dat ook hun erfelijk materiaal zich gestaag aanpast aan hun omgeving.

ICA-principe 1: vrijwillig en open lidmaatschap

Coöperaties zijn vrijwillige organisaties. Ze staan open voor alle personen die de diensten kunnen benutten en het maatschappelijk doel onderschrijven. Zonder seksuele, sociale, raciale, politieke of religieuze discriminatie. Door hun toetreding aanvaarden de leden de verantwoordelijkheden van het lidmaatschap en onderschrijven ze het principe van gelijkwaardigheid tegenover andere leden.

ICA-principe 2: Democratische controle door de leden

Coöperaties zijn democratische organisaties, gecontroleerd door hun leden, die actief deelnemen aan het beleid en de besluitvorming. De leden van de coöperatie staan op voet van gelijkheid. Iedereen kan mee beslissen, onafhankelijk van het ingebrachte kapitaal.

ICA-principe 3: economische participatie door de leden

Leden van de coöperatie zijn zowel aandeelhouder als gebruiker van de geleverde diensten of producten. Het kapitaal van de coöperatie wordt gekenmerkt door bijdragen en een democratische controle door de leden. Leden ontvangen gewoonlijk een beperkt rendement op het ingebrachte kapitaal (aandeelhoudersmeerwaarde). Daarnaast wordt de winst gebruikt voor een of meerdere van de volgende doelstellingen: de ontwikkeling van de coöperatie, het aanleggen van reserves, en de ondersteuning van andere activiteiten die de goedkeuring van de leden dragen. De dienstverlening aan de coöperatieleden staat daarbij centraal.

ICA-principe 4: autonomie en onafhankelijkheid

Coöperaties zijn autonome organisaties die gecontroleerd worden door hun leden. Wanneer coöperaties akkoorden sluiten met andere organisaties, inclusief overheden, zoals kapitaal aantrekken van externe bronnen of investeren in andere ondernemingsvormen (denk aan een project BV), dan doen ze dat zó dat de democratische controle door de leden en de autonomie van de coöperatie gewaarborgd blijft.

ICA-principe 5: onderwijs, vorming en informatieverstrekking

Coöperaties voorzien leden, bestuurders, directie en werknemers van onderwijs en vorming, zodat zij werkelijk kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van hun coöperatie. Ook informeren ze het brede publiek over de aard en de voordelen van de coöperatie.

ICA-principe 6: samenwerking tussen coöperaties

Door samen te werken in lokale, regionale, nationale en internationale structuren, versterken coöperaties de coöperatieve beweging en bieden ze doeltreffende dienstverlening aan hun leden.

ICA-principe 7: aandacht voor de gemeenschap

Coöperaties dragen bij aan de duurzame ontwikkeling van de samenleving. Coöperaties zetten zich in voor hun leden en (lokale) gemeenschappen. Een coöperatie onderneemt in het belang van haar leden. Winst is hierbij een middel en geen doel. De ontwikkeling op lange termijn staat bij de coöperatie centraal. Zorg voor de samenleving en duurzaamheid zijn hier onlosmakelijk aan verbonden.

Lees meer over de ICA principes in het boekje ‘Coöperatief ondernemen. Van jou, voor jou’ (NCR, 2013)