De regeling in het kort (informatie van Hier opgewekt)
- Scope:
- Energiecoöperaties en VVE’s.
- Projecten:
- zonne-energieprojecten van 15 tot 100 kWp (kleinverbruikersaansluiting) of tot 500 kWp (grootverbruikersaansluiting).
- windenergieprojecten op land van 15 tot 100 kW (kleinverbruikersaansluiting) of tot 1000 kW (grotverbruikersaansluiting).
- wakerkrachtprojecten van 15 tot 100 kW (kleinverbruikersaansluiting) of tot 150 kW (grotverbruikersaansluiting).
- Leden van de energiecoöperatie of VVE zijn particulieren, ondernemingen, stichtingen en verenigingen met een kleinverbruikersaansluiting die bij start van het project wonen c.q. gevestigd zijn in het postcodekroosgebied rond de productie. Bij verhuizing tijdens de looptijd van de subsidie verandert er niets voor leden van de energiecoöperaties (dit is een versoepeling ten opzichte van de oude postcodekroosregeling PCR).
- Financieel:
- De subsidie wordt uitbetaald aan de energiecoöperatie/VVE. Het is vervolgens aan de energiecoöperatie/VVE om de opbrengsten te verdelen onder de leden. Hieraan worden geen nadere eisen gesteld (in de huidige Postcodekroosregeling ontvangen de leden van de energiecoöperatie of VVE het belastingvoordeel via hun energieleverancier).
- De energiecoöperaties ontvangen gedurende een periode van 15 jaar subsidie per geproduceerde kWh, waarbij het uitbetaalde subsidiebedrag meebeweegt met de marktwaarde van de geproduceerde energie in dat jaar (dit komt overeen met de SDE+-systematiek).
- Het Planbureau voor de Leefomgeving PBL adviseert jaarlijks over de hoogte van het tarief, na consultatie van de sector, op basis van de reële kosten van een PCR-project (lees meer: Updates SCE 2022, 24 januari 2022). Voor 2022 adviseert PBL een basisbedrag voor zon van 9,6 cent voor grootverbruikaansluitingen en 12,4 cent voor kleinverbruikaansluitingen.
- Het budget wordt jaarlijks vastgesteld. Voor 2022 is het budget € 150 miljoen (lees meer: Updates SCE 2022, 24 januari 2022 ).
- Participatie:
- Om te borgen dat er voldoende participatie en betrokkenheid is, wordt een minimum aantal deelnemers in het postcodekroosgebied vereist. Bij Zon is dat minimaal een lid per 5 kWp opgesteld vermogen. Bijvoorbeeld: een postcodekroosproject met 200 standaardpanelen, totaal opgesteld vermogen 50 kWp, moet minimaal 10 deelnemende leden hebben. Meer deelnemende leden mag natuurlijk ook. Bij wind is de eis dat het project minimaal een deelnemend lid moet hebben per 2 kWp opgesteld vermogen. Dit betekent niet dat een lid maximaal voor 5 kWp resp 2 kWp mag deelnemen. Er is geen maximale deelname per lid aan de orde (dit in tegenstelling tot informatie van RVO uit 2020). De eis gaat over het totale aantal deelnemende leden in verhouding tot het totale opgestelde vermogen.
- Alle individuele leden moeten een even zwaar wegende stem hebben in de besluitvorming , ongeacht de hoogte van de financiële inleg.
- Wanneer: De SCE 2022 wordt op 1 maart 2022 opengesteld en sluit op 1 december 2022. De SCE 2021 liep van 1 april 2021 tot 1 december 2021.
- Uitvoering: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).
Hoeveel en welk geld is met deze regeling gemoeid?
De met deze regeling gepaard gaande belastingderving wordt door een verhoging van de energiebelasting voor elektriciteit betaald. Het kabinet heeft echter in het aanvullend pakket structureel 10 miljoen euro voor deze regeling beschikbaar gesteld. Deze 10 miljoen euro is opgenomen in de Miljoenennota. Daarmee kan de hiervoor genoemde verhoging van het tarief in de energiebelasting voor elektriciteit worden beperkt en in de eerste jaren zelfs achterwege blijven. Dat houdt in dat naar verwachting pas in 2017 voor de eerste keer een dergelijke verhoging plaats zal vinden. Deze verhoging bedraagt dan € 0,0003 per kWh. Het is dus een misvatting dat er in totaal maar 10 miljoen euro beschikbaar is om de regeling te financieren.
Kun je onbeperkt gebruik maken van de regeling?
Deze regeling heeft alleen betrekking op elektriciteit voor eigen gebruik. Dat eigen verbruik is bepalend en ligt voor een gemiddeld huishouden (2,2 personen) op circa 3.500 kWh. Als particulieren voor meer instappen dan hun eigen gebruik, zal er dus niet over het gehele aandeel in de productie een korting gelden. Bovendien beperkt de toepassing van het verlaagd tarief zich tot 10.000 kWh (1e schijf van de energiebelasting).
Dit betekent dat een particulier ook mee kan doen als hij saldeert via opwek op bijvoorbeeld eigen dak, zolang hij zelf maar minder opwekt dan hij gebruikt.
Een voorbeeld: Een kleinverbruiker verbruikt 5000 kWh. Hij wekt zelf 3000 kWh op achter de meter. Hiervan gebruikt hij direct 1200 kWh en de overige 1800 kWh wordt ingevoed op het net. Van het energiebedrijf heeft hij nog 3800 kWh nodig. Hij leverde eerder 1800 kWh terug, dit mag gesaldeerd worden. Daarnaast kan deze verbruiker voor maximaal 2000 kWh (totale verbruik minus reeds zelfopgewekte energie) deelnemen in een coöperatie om voor de korting op de energiebelasting in aanmerking te komen.
Wie kan profiteren van de regeling verlaagd tarief?
Particulier en ondernemers die samen met anderen investeren in opwekking van duurzame energie, bijvoorbeeld door zonnepanelen op een dak of grond in de buurt, hebben via de postcodekroosregeling recht op een korting op de energiebelasting . Voorwaarde is dat de deelnemers in de buurt wonen, dat willen zeggen binnen een zogenaamd postcoderoosgebied, kleinverbruikers zijn en samen een coöperatie of vereniging van eigenaren vormen.
Het verlaagde belastingtarief is bedoeld voor de leden van een coöperatie die gevestigd zijn in de postcoderoos. De regeling geldt ook voor leden van VvE’s met een eigen productie-installatie, mits deze is geplaatst op het gebouw of de grond van de betreffende VvE. Bedrijven kunnen ook lid worden van een coöperatie en in aanmerking komen voor de korting. Daarvoor geldt echter wel een restrictie: een ondernemer mag maximaal 20% van het totale kapitaal van de coöperatie inbrengen. Lees meer over de eisen aan de leden van het collectief in de veelgestelde vragen over Juridische Aspecten
Welke technieken/productie-installaties komen in aanmerking voor de regeling?
De regeling geldt voor elektriciteit die is opgewekt met hernieuwbare energiebronnen. Dat zijn: wind, zonne-energie, aardwarmte, golfenergie, getijde-energie, waterkracht, biomassa, stortgas, rioolzuiveringsgas en biogas.
Komen huurders in aanmerking voor de regeling?
Ja, huurders komen in aanmerking mits de huurder exclusief energiekosten huurt. De huurder moet dus een zelfstandig afnemer zijn van elektriciteit en over een kleinverbruikersaansluiting beschikken. Het energiebedrijf levert in die situatie namelijk energie aan de huurder en kan het verlaagde tarief toepassen op de energierekening van de huurder.
Waar kan ik voorbeelden vinden van collectieven die gebruik maken van de regeling?
In de lijst initiatieven op de website van HIER opgewekt staan ook de initiatieven vermeld die bezig zijn met de postcoderoosregeling. Kijk ook in de Lokale Energie Monitor welke projecten er gerealiseerd zijn.
Toekomst en wijzigingen
Wat wordt verwacht van het gebruik van de regeling? En hoeveel wordt de regeling gebruikt?
Dat moet de praktijk natuurlijk gaan uitwijzen. Bij de start van de regeling is aangenomen dat – uitgaande van een groei van het aantal deelnemers met zo’n 25.000 per jaar – eind 2017 rond de 100.000 huishoudens van deze regeling gebruikmaken. Uitgangspunt is dat elk lid voor gemiddeld 3.000 kWh elektriciteit per jaar profiteert van het verlaagde tarief. De regeling is eind 2017 – 4 jaar na de start in 2014 – geëvalueerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Naar verwachting wordt de evaluatie in jan/feb 2018 door Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat aangeboden aan de Tweede Kamer en daarmee openbaar.
Uit de Lokale Energie Monitor die HIER opgewekt jaarlijks uitbrengt blijkt dat tot eind 2017 in totaal 112 postcoderoos (PCR-)projecten gerealiseerd zijn, waarvan 63 in 2017. Het doorsnee PCR-project bestaat uit een zonnedak van ongeveer 250-300 zonnepanelen (75-80kWp). Meestal wordt er een nieuwe projectcoöperatie opgericht en gemiddeld zijn er 25-30 deelnemers. De financiering van de projecten varieert tussen 100% gefinancierd door leden of met (deels) inbreng van vreemd vermogen.
Wanneer wordt de regeling geëvalueerd?
Eind 2017 – 4 jaar na de start in 2014 – is de regeling geëvalueerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Op 18 juni 2018 is het evaluatierapport is naar de Tweede Kamer door Minister Wiebes. Bekijk hier het rapport
Sluitende business cases rekenen over een langere periode. Hoe zit het met de zekerheid over continuïteit?
Eind 2017 – vier jaar na de start (2014) – is de regeling geëvalueerd. Zowel in het Belastingplan als in het Energieakkoord van 2013 is expliciet aangegeven dat met het oog op investeringszekerheid de continuïteit voor bestaande gebruikers moet worden gewaarborgd. Coöperaties kunnen vijftien jaar van de belastingkorting profiteren, ook als een jaar later de kortingsregeling zou worden afgeschaft of het voordeel bijvoorbeeld zou worden verlaagd. Als het verlaagde tarief komt te vervallen, of als de korting wordt verminderd, kunnen de coöperaties die er al gebruik van maken de resterende jaren van de vijftien jaar na het tijdstip waarop de coöperatie haar aanwijzing ontving, nog van de kortingsregeling gebruik blijven maken.
Een voorbeeld: als een coöperatie in 2016 door de Belastingdienst wordt aangewezen als een coöperatie waarvan de leden recht hebben op de belastingkorting dan gaat vanaf dat moment de periode van tenminste vijftien jaar in. Wordt de belastingkorting tussentijds door de Kamer afgeschaft of verlaagd, dan kan die coöperatie toch nog tot 2031 van de regeling gebruik blijven maken. Maar zou de belastingkorting in 2031 worden afgeschaft, dan zou diezelfde coöperatie direct zijn recht op korting verliezen, omdat dan al vijftien jaar gebruik is gemaakt van de regeling. Een andere coöperatie die in bijvoorbeeld 2028 voor het eerst voor de regeling in aanmerking komt, zou in dat laatste geval wel nog zijn vijftien jaar na het tijdstip waarop de coöperatie haar aanwijzing ontving, mogen afmaken.
Lees voor meer informatie over de investeringszekerheid in de veelgestelde vragen over Financiële aspecten.